zaterdag 24 april 2010

Ding 23: Evaluatie

De 23 dingen cursus vond ik plezierig om te doen. Het voelde meer als leuk spelen dan bezig zijn met een cursus. De opzet waarbij je de opdrachten online krijgt gaven mij de vrijheid om er aan te werken wanneer ik dat wilde. De reacties op de blogposten waren adequaat en stimulerend. Kortom ik heb alle lof voor de opzet van dit gebeuren.

De dingen die ik heb leren kennen en zal blijven gebruiken zijn: RSS (netvibes), Twitter, Delicious, Library Things, Google docs en het online luisteren van muziek met Last FM etc.

Door het gebruik van RSS en Twitter hou ik veel beter de vakliteratuur bij. Jammer eigenlijk dat Bibliotheek en Samenleving niet digitaal verschijnt.

Verrassend voor mij is vooral Twitter. Toen ik het nog niet kende leek het voor mij minder goed bruikbaar, maar nu kijk ik regelmatig op Tweetdeck. Het zorgt ervoor dat ik alle informatie snel binnenkrijg. Ik ben nog steeds geen actief gebruiker. Maar wie weet wat de toekomst brengt.

Kortom 23 Dingen was voor mij een eyeopener.

zaterdag 17 april 2010

Ding 22: Bibliotheek 2.0 en de toekomst van bibliotheken


Allereerst heb ik het bibliothecaris 2.0 manifest van Kees Hamann en Laura Cohen ter harte genomen. Dit manifest wil een handreiking bieden voor de bibliotheek van de toekomst. Als catalogiseerder kan ik mij niet neerleggen bij de stelling (14) dat de catalogus maar door een zeer klein deel van de bevolking benut kan worden. Het lijkt mij dat het geen kwestie is van kunnen maar meer van interesse en noodzaak.
Door toepassing van geavanceerde zoekmogelijkheden (zoals bijv. pivot) en web 2.0 toepassingen (bijv. tagging en waarderingen) zou je een groter deel van de bevolking voor de catalogus kunnen interesseren. De catalogus wordt ook belangrijker omdat in toenemende mate de collectie van de bibliotheek zich niet tussen de vier muren van het gebouw bevindt. Met behulp van een snel ibl kunnen we een wijd aanbod (long tail) via de catalogus aanbieden. Een idee zou zijn samenwerking te zoeken met webwinkels zoals Bol.com. Deze hebben immers content nodig voor hun catalogus.

Verder heb ik de andere artikelen doorgekeken die 23 dingen geeft. Ze zijn gericht op het bewerkstelligen van verandering en het werken met 2.0 tools.
Ik denk dat veranderen onontkoombaar is, al was het alleen maar om de grote bezuinigingen en terugloop van de uitleningen het hoofd te kunnen bieden. Ik vind zelf dat de veranderingen nog te langzaam gaan, maar iedereen moet het kunnen bijhouden. Bovendien moet het statement van Michal Stephens ter harte worden genomen: De bibliothecaris koopt geen technologie omwille van de technologie. "Techno-aanbidding" is hier niet op zijn plaats. Zonder een stevige basis in de missie en doelstellingen van de instelling worden nieuwe technologieën niet uitgevoerd als het alleen maar gaat omwille van de frisheid en de status.

Maar de uitspraak van Rick Anderson moet ook goed in de gaten worden gehouden: Geen beroep kan overleven als het zijn fundamentele beginselen en waarden overboord werpt in antwoord op elke verschuiving in de tijdgeest. Het kan echter net zo rampzalig zijn als beroepsgroep zich niet aan te passen aan radicale, fundamentele verandering in de markt als die zich voordoet.

Ook heb ik de Agenda van de toekomst van de Vereniging van Openbare Bibliotheken er op nagelezen. Als kerndoelen worden aangemerkt: inspelen op veranderende behoeften, verbetering van aanbod en dienstverlening en verbetering van infrastructuur en beschikbaarheid.
Om de doelen te realiseren concentreren de bibliotheken zich vanuit de kerntaken (lezen, leren en informeren) op vier centrale thema's: mediawijsheid, collectie, digitale bibliotheek, lezen en leesbevordering.

Bij de digitale bibliotheek staan een gezamenlijke ict infrastructuur bovenaan met één gezamenlijke internetpresentatie. Dit vind ik belangrijk. Het publiek heeft geen behoefte meer aan al die verschillende websites van de bibliotheken, maar zoeken iets bepaalds. De plek waar het te halen is, is niet van belang. Het gaat om het verkrijgen van het materiaal. De catalogus moet dan verwijzen naar de dichtbijzijnde vestiging. Met bibliotheek.nl is al een goed begin gemaakt. Ook het internationale WorldCat moet hierbij genoemd worden. Eigenlijk zou bibliotheek.nl en WorldCat een automatisch startpunt moeten worden voor een zoekactie.

vrijdag 16 april 2010

Ding 21: Aquabrowser My Discoveries en andere sociale bibliotheekcatalogi


In de Amsterdamse catalogus heb ik My Discoveries bekeken. Hierin kun je lijstjes maken die ook bruikbaar zijn voor andere zoekers. Ook kun je boeken voorzien van je eigen tag (trefwoord) en kan de gebruiker een waardeoordeel toevoegen. Het ziet er mooi uit. De aquabrowser is mij al een tijdje bekend. Het is nu ook beschikbaar in de catalogus van onze bibliotheek. De woordenwolk met associaties werkt prettig indien je niet precies de juiste zoekterm weet.

De boeken die niet gevonden worden in de reguliere bibliotheekcatalogus kunnen gemakkelijk opgespoord worden met Worldcat. Je kunt in deze catalogus praktisch elke gezochte titel vinden. Leuk is dat je kunt zien hoeveel kilometer de bezittende bibliotheek verwijderd is van jouw adres. Ik ken Worldcat vooral van de productie kant. Dat wil zeggen dat ik via Pica, met de externe zoekgang, gebruik kan maken van titels die buiten Nederland gemaakt zijn. Hierdoor kon ik vrij snel de bladmuziek in Haarlem catalogiseren. Het blijft een wonderlijk gevoel dat je rechtstreeks een titel kunt ontlenen van een Amerikaanse bibliotheek.

vrijdag 9 april 2010

Ding 20: Muziek online beluisteren in een sociaal netwerk



Last FM heb ik bekeken en vooral beluisterd. Het grote voordeel is dat je veel nieuwe namen leert kennen. Meestal zocht ik op een willekeurige naam om vervolgens te genieten van allerlei andere zangers. Ook kun je stijlen aangeven, bijvoorbeeld blues, fado e.d. Het viel mij op dat er een oneindige hoeveelheid muziek te vinden is. Ook heb ik natuurlijk geëxperimenteerd met klassieke muziek. Ze gaan echt veel verder dan het z.g. ijzeren repertoire. Leuk zijn de groepen waar je lid van kunt worden. Zo is er bijvoorbeeld een groep Debussy, maar deze kent weer een afsplitsing in een andere Debussy groep die wat strikter in de leer is. Het lijken net Nederlandse protestanten.

Verder heb ik Grooveshark en Blib Fm beluisterd. Met Grooveshark kun je afspeellijsten van andere deelnemers beluisteren. Het grote voordeel van Grooveshark is dat het gratis is als je de advertentie op je scherm voor lief neemt. Van deze advertenties heb ik geen last, omdat ik toch mijn scherm uitzet. Ik heb mijn computer namelijk verbonden met de geluidsinstallatie. Een vervelend nadeel van Grooveshark is dat het door zijn te grote populariteit soms niet te bereiken is.

Blib FM lijkt op Twitter. Het leuke is dat je een vriend of vriendin muziek kunt aanraden.

Op het eerste gezicht lijken deze websites een bedreiging voor de cd uitleen van de bibliotheek, maar ze wakkeren wel de muziekinteresse aan. Je ontdekt veel onbekende namen. Veel mensen hebben voor hun twintigste veel belangstelling voor muziek en zijn geïnteresseerd in veschillende stromingen, maar op latere leeftijd blijven ze voor wat betreft hun muzieksmaak stilstaan. Misschien dat ze opnieuw belangstelling krijgen voor de cd collectie in de bibliotheek om ze te downloaden voor hun eigen collectie.

Ding 19:Sociale netwerken


Ik heb een aantal sociale websites met de accounts van 23 dingen uitgeprobeerd. Met Hyves kun je zelfs je schulden afrekenen. Dit is misschien nuttig voor de inning van boetegelden etc. Linkedln is vooral handig als je een baan zoekt. Sociabel lijkt mij overbodig. Ook als je ouder bent kun je je net zo goed aansluiten bij Facebook of Hyves. Op Facebook heb ik een account genomen, waar ik een aantal collega's aantrof van de stadsbibliotheek.

Ik ben nog niet zo ver dat ik al een actief gebruiker ben van Facebook. De reden is dat ik niemand van mijn kennissen en vrienden ken die op een sociale website actief is. Natuurlijk zou ik ze kunnen uitnodigen of nieuwe Facebook vrienden kunnen zoeken, maar ook voel ik nog steeds weinig behoefte mij in dit soort sociale gebeuren te mengen. Het kost veel tijd en het levert volgens mij weinig op aan echte contacten.

De bibliotheek kan Facebook en Hyves goed gebruiken om promotie te maken. Het biedt ook een podium voor reacties en opmerkingen op de bibliotheek. Eventueel zou het personeel op persoonlijke titel zich kunnen aanmelden om mensen aan zich te binden. Het is immers minder aantrekkelijk vriend te worden van een organisatie.

maandag 29 maart 2010

Ding 18: LibraryThing



Leuk filmpje van Wim de Bie op de 23 dingen blog. Het toonde meteen mijn vooroordeel aan van LibraryThing. Het leek mij namelijk onzin je eigen boekenkast op LibraryThing te zetten. Immers ik weet precies waar wat staat en welke boeken ik gelezen heb. In het kader van de cursus ben ik er toch aan begonnen. Ik ontdekte dat de meerwaarde zit in de aanbevelingen die je krijgt op grond van de titels die je hebt ingevoerd. Ook is het mogelijk wensen op te nemen. Nu hoor of zie ik regelmatig een titel die ik graag zou willen lezen, maar op het moment dat ik een goed boek zoek ben ik de titels al vergeten. Ik heb mij nu voorgenomen suggesties direct toe te voegen aan LibraryThing. Bovendien kun je ook de boeken er op zetten die je uit de bibliotheek gelezen hebt. Handig omdat ik nog al eens een titel vergeet van een gelezen boek.

LibraryThing kan goed gebruikt worden in de bibliotheek om de catalogus visueel aantrekkelijker te maken.

Op Dizzie heb ik ook nog een account genomen. Hier kon ik tot 1 april (mop?) geen titels invoeren.
De site van de NBD Mijn boekenplank beviel mij beter, maar deze wordt veranderd in boekensalon.

Ding 17: Web 2.0 site naar keuze


De lijsten op 23 dingen met websites heb ik bekeken. Een enkele website heb ik onderzocht op een mogelijk 2.0 gehalte, maar ik was hier niet zo tevreden mee. Opeens schoot mij de website De Zilveren Dolfijn in gedachte.
Het is een database, waarin je behalve heel veel striptitels ook websites, winkels etc. kunt vinden. De omslagen van de strips (voor- en achterkant) worden weergegeven. Dit doen ze bij elke druk, zodat je via de omslag en de achterkant kunt achterhalen welke editie je in handen hebt.
Deze website heeft een 2.0 karakter doordat bij elke titel commentaar gegeven kan worden. Ook is er een forum.

maandag 22 maart 2010

Ding 16: YouTube

Natuurlijk kende ik YouTube al jaren. Regelmatig zoek ik naar opnames van pianomuziek. Bijna elk stuk is te vinden. Je kunt ook nog verschillende uitvoeringen vergelijken van één stuk.

YouTube is ook handig als je bijvoorbeeld wilt leren tennissen.
Ik heb les van Louis Firet die een aantal instructieve filmpjes over tennissen op YouTube heeft gezet:


Na het nemen van een account op YouTube heb ik uitvoerig rondgekeken.
Zo ondekte ik de kanalen en de afspeellijsten. Ook het zoeken via de categorieën is praktisch.

Op de website van de bibliotheek kunnen filmpjes goed benut worden om bijvoorbeeld uit te leggen hoe je (beter) gebruik kunt maken van de catalogus of het vinden van informatie.

zaterdag 20 maart 2010

Ding 15: Podcasts



Dit is voor mij een nieuw ding. Natuurlijk heb ik wel eens van het woord gehoord, maar ik heb er nog nooit daadwerkelijk kennis mee gemaakt.

Van de Radiocast heb ik een aantal podcasts (Andermans veren, Bieslog en Zondagochtend concert) op mijn RSS pagina gezet. Het werkt allemaal goed. Ook heb ik gekeken bij Gespod. Van deze site heb ik de filmtrailers op mijn rss bestand gezet.

Verder heb ik de bibliotheken Waterweg en Dok onderzocht op hun podcasts.
Bij de Bibliotheek Waterweg is de geluidskwaliteit vaak minder goed. Ik vraag mij overigens af wie belangstelling zou kunnen hebben voor de podcasts van lezingen etc. in de bibliotheek.

Bij DOK zijn het voornamelijk vodcasts. Leuk speeltje dat wel, maar of het allemaal zo functioneel is vraag ik mij af.

maandag 15 maart 2010

Ding 14: Instant messaging



Ten opzichte van e-mail en de telefoon heeft chatten het voordeel dat je ziet of de ontvanger aanwezig is aan zijn computer, want het grote nadeel van e-mail is dat je soms lang op een tegenbericht kunt wachten. De aangegeven programma's heb ik bekeken, maar er niet mee gechat. In het verleden heb ik de chatbox gebruikt via skype. Zelf vind ik telefoneren te verkiezen boven chatten. Het scheelt veel typewerk. Chatten gebruik ik voornamelijk als telefoneren niet lukt. Dan grijp ik soms naar de mogelijkheid van chatten.

Voor de bibliotheek lijkt het mij lastig IM te gebruiken om inlichtingen te geven, aangezien de belofte vaak niet waargemaakt kan worden dat iemand standby aan de computer zit. De kans is groot dat de inlichtingenmedewerker toch niet beschikbaar is, omdat hij/zij een lener aan het helpen is. De bibliotheek zou dus verplicht zijn een aparte medewerker te belasten met chatten, wat op mij minder efficiënt overkomt. Telefoneren is veel directer. Iemand kan meteen zeggen dat er gewacht moet worden.

Ding 13: Online kantoortoepassingen


Van Google Docs maak ik al langer gebruik. Ik vind het vooral praktisch als ik ook nog op andere computers aan een document wil werken. Voor een projectgroep die met elkaar aan een document werkt is het ideaal. Vroeger moest alles per e-mail en op het laatst zag je door de bomen het bos niet meer en kostte het redigeren van het definitieve document veel tijd.

Ik heb ook nog even een kijkje genomen bij de concurrenten (Zoho en Microsoft Office live workspace) Zoho is ongeveer hetzelfde als Google docs. Microsoft Office live workspace heeft het nadeel dat je het programma eerst moet downloaden.

In de bibliotheek wordt Google Docs gebruikt voor klanten die Word of Excel op een publiekspc willen gebruiken.

zondag 7 maart 2010

Ding 12: Twitter


Met enthousiasme heb ik mij maar meteen in het twittergebeuren gestort. Na het nemen van een account bedacht ik dat ik toch iemand moest volgen. Dat werd dus Jan tweepuntnul. Tot mijn verrassing en eerlijk gezegd ook wel schrik gaf hij al na een paar minuten aan dat hij mij ook volgde. Hij raadde mij aan foursquare te gebruiken. Aanvankelijk kwam ik met deze site niet verder dan een plaatje van een prinsesje in tranen omdat het niet lukte. Nu zie ik dat het plotseling goed is. Ook heb ik tweetdeck gedownload, dat een handig overzicht geeft van de tweets.
Verder zag ik in een aantal filmpjes over museum Boerhaave dat twtteren goed gebruikt kan worden om een instelling naamsbekendheid te geven. Ook kun je met twitteren waardevolle contacten opbouwen.
Twitter is een ding om in de gaten te houden.

zaterdag 6 maart 2010

Ding 11: Wiki's


De grootste wiki (wikipedia) kende ik natuurlijk al. Ik maak er graag gebruik van, maar zelf heb ik er nog geen komma aan toegevoegd. Bij de wiki’s die ik bekeken heb zag ik dat als je bij geschiedenis of history kijkt de meeste wijzigingen afkomstig zijn van één persoon. Hoogstwaarschijnlijk is dat dan het personeelslid die uit hoofde van zijn/haar functie de wijzigingen in de artikelen aanbrengt. Bij de discussiepagina blijft het angstwekkend stil. Toch kan het heel goed werken voor lezers die informatie willen zien en in een voorkomend, zeer zeldzaam geval kunnen ze ook nog eens aangeven dat de informatie op bepaalde punten niet correct is en zelf een wijziging of een aanvulling voorstellen. Zelf vond ik de wiki van de bibliotheek Deventer zeer plezierig. Ze hadden bijvoorbeeld goede informatie over de gemeenteverkiezingen, maar wel alles aangeleverd door de bibliotheek. De Joseph county library wiki vond ik zeer rommelig. Met zoiets doe je je leners geen plezier. Samenvattend denk ik dat een wiki goed kan werken mits strak geredigeerd en verwacht niet te veel inbreng van je publiek.

vrijdag 26 februari 2010

Reactie op Jan 2.0 over 23Dingen


Het web 2.0 paradijs is ver weg. Het zou zo mooi zijn als iedereen zich actief in discussies zou mengen en het web 2.0 zou benutten. De mogelijkheden zijn er. In onze organisatie is zoals Jan in zijn artikel beschrijft een Ning actief (eigenlijk passief). De laatste reactie zal in begin 2009 zijn geweest. Vol enthousiasme stortte iedereen zich in de beginfase op de Ning. Je kon vrienden worden met collega’s; foto’s en filmpjes plaatsen en discussies starten en reageren. Theoretisch lijkt dit prachtig, maar helaas liep dit dood in goede bedoelingen.

Web 2.0 leek de toekomst te hebben voor onze organisatie maar toch gaat het maar langzaam. Ligt het aan de onwil of desinteresse van de collega’s?
Ik denk het niet. Het probleem is dat het niet is ingebed in de dagelijkse routine. Het wordt te veel als een speeltje beschouwd waar het nieuwtje snel af is.

Om de Ning weer in ere te herstellen zou het e-nieuws niet meer via de ouderwetse manier via e-mail (boe) verspreid moeten worden, maar alleen op de Ning. Het e-nieuws zou ook meer moeten uitnodigen voor discussie en reactie.

Het zou ook helpen als er meer en grotere groepen tegelijkertijd de 23 dingen cursus zouden volgen of desnoods een uitgeklede vorm ervan. Hierdoor komt er een soort web 2.0 bewustzijn bij het personeel. Door in kleine groepen de cursus aan te bieden zullen degenen die de cursus volbracht hebben te weinig mogelijkheden krijgen het geleerde in praktijk te brengen, omdat de rest van het personeel er niet in mee zal gaan.

zaterdag 20 februari 2010

Ding 10: Delicious



Alweer een handig dingetje. Dit kan ik goed gebruiken. Al was het maar omdat ik meerdere computers gebruik. Ik heb een account gemaakt en al mijn bladwijzers op Delicious gezet. Verder heb ik via Delicious een site (blog) gevonden voor het downloaden van gratis bladmuziek voor de piano. Via tags kun je namelijk in andere Delicious accounts rondneuzen., waardoor je op meerdere bruikbare websites stuit. Bij het geven van inlichtingen is Delicious naast Google een handig instrument om informatie te vinden.
In onze bibliotheek is er voor de informatiemedewerkers (Wimmers) een account op Delicious aangemaakt.

zaterdag 13 februari 2010

Ding 9: visie op web 2.0



Wat opvalt aan web 2.0 is dat iedereen kan deelnemen. Als je de beschikking hebt over een computer met een internetverbinding kun je onbeperkt naar allerlei sites waar je je mening kunt ventileren en gemakkelijk contact kunt maken met anderen. Tijd en ruimte zijn niet meer van belang. Dus tijd en gelegenheid hiervoor kun je altijd vinden. Als gebruiker kun je je eigen werkelijkheid vormgeven. Ik bedoel hiermee dat je op bijvoorbeeld netvibes via RSS feeds zelf aan kunt geven welke informatie jij belangrijk vindt. Web 2.0 is zeer laagdrempelig en gaat helemaal uit van de klant. Dit is waar wij in de bibliotheekwereld al jaren naar op zoek zijn, maar wij zijn gebonden aan een ruimte en aan openingstijden. Het zou dus niet meer dan logisch zijn dat wij bibliothecarissen de nieuwe technologie omarmen en er op een zo goed mogelijke manier gebruik van maken.

Ondanks dat de bibliotheekwereld goed om zich heen kijkt en weet wat er gaande is blijven we toch achter de feiten aanlopen. Zo lees ik vanmorgen in de Volkskrant dat zij op hun website films on demand aan gaan bieden. Wij blijven maar ouderwets dvd’s in de fysieke vorm uitlenen en vragen ons vertwijfeld af waarom de uitleningen toch zo achterblijven. Misschien moeten ze beter gepresenteerd worden. Zou een frontale plaatsing helpen? Vreemd genoeg komt niemand op het idee om films on demand op onze website aan te bieden. Wel is de cdr in Rotterdam al jaren bezig om cd’s via internet aan te bieden.

De bibliotheek zou veel verder moeten gaan in het aanbieden van digitale diensten dan nu.
Bijvoorbeeld door een digitale omgeving te bieden voor leeskringen. Als je nu lid wilt worden van een leeskring moet je je aansluiten bij een groep mensen, die om de zoveel tijd bij elkaar komt. Indien je daarentegen op een digitale manier je mening kunt geven over het gelezen boek hoef je niet meer op bezoek en kun je iets zeggen over een boek op de tijd dat jou dat het beste uitkomt. Het deelnemen in een digitale omgeving hoeft overigens niet te betekenen dat je nooit meer een echt mens zou mogen ontmoeten.

En waarom kan een lezer zijn mening over een boek niet kwijt in onze catalogus? Kijk bijvoorbeeld eens naar Bol.com waar je al heel lang een persoonlijke recensie kunt plaatsen in hun catalogus.

vrijdag 12 februari 2010

vrijdag 5 februari 2010

Ding 6 en 7: Flickr



Na een account genomen te hebben op Flickr ben ik de site uitvoerig gaan bekijken. Ik heb een aantal foto’s gemaakt van onze bibliotheek. Dit op Flickr gezet. Vervolgens tags aangebracht. Een set gemaakt. Bij de groepen gekeken. De opmerkelijkste groep vond ik wel de pianospelende stokstaartjes met een paarse hoed (Meerkats in purple hats playing the piano). Ook heb ik mijn foto’s nog op de kaart gezet in de Gasthuisstr. in Haarlem. Je zou daar dus mijn foto’s moeten kunnen vinden, maar ook onder de tag “bibliotheek Haarlem” Natuurlijk heb ik ook findr, spell met flickr, waarvan ik eerst dacht dat het een spel was (het scheelt maar één l) en al die andere dingen gezien. Het was overigens (hoewel het dus eigenlijk geen spel is) wel leuk spelen met al deze dingetjes.

zaterdag 30 januari 2010

RSS

Al jaren ben ik bekend met RSS, althans het symbooltje en wat je er eventueel mee zou kunnen doen. Regelmatig dacht ik: ik zoek later wel eens precies uit hoe dat werkt, nu heb ik wel wat anders te doen. Ik ben dus blij dat ik door deze cursus gedwongen ben hier aandacht aan te geven. Want het is inderdaad erg handig en vooral tijdsbesparend.

Ik heb mij aangemeld bij netvibes. Na even zoeken hoe je hiermee moet werken, zoals de tabbladen e.d. kon ik hier gemakkelijk op een gestructureerde wijze mijn feeds kwijt. Natuurlijk ben ik begonnen met de bibliotheeksites. In het verleden hield ik ze wel af en toe bij, maar vaak vergat ik het weer een tijdje. Nu heb ik een goed overzicht. Ook heb ik de blogs van mijn collega 23 dingen- cursisten, een blog van een neefje die geëmigreerd is en biebsounds ge-rss’t.
Ik ben nu fanatiek op zoek naar nuttige websites met het bekende symbooltje. Ik weet zeker dat ik in de toekomst veel plezier zal hebben van deze kennis.

maandag 25 januari 2010

Mijn ervaringen tot nu toe met Web 2.0 toepassingen


Mijn ervaringen met Web 2.0 toepassingen zijn van incidentele aard.
Zo heb ik op marktplaats wel eens iets gekocht en ook verkocht. Gisteren heb ik nog de ANWB enquête over de kilometerheffing ingevuld. Ook koop ik af en toe iets in webshops en natuurlijk maak ik gebruik van internetbankieren.

Tot nu toe heb ik nog geen ervaringen met de z.g. sociale netwerken zoals Hyves. Ik  hoop dat 23 dingen mij over de drempel helpt en wie weet wat voor enthousiaste gebruiker ik hiervan word.

vrijdag 22 januari 2010

Mijn eerste blog

De kogel is door de kerk. Ik heb een blog. Na het beantwoorden van de vraag waar ik geboren ben, kon ik een nieuw wachtwoord instellen voor een gmail account dat ik al jaren geleden had ingesteld. Van daar af was het maar een kleine stap om mij bij Blogger aan te melden. Deze koos ik omdat het gemakkelijk was je daar aan te melden.  Eerst moest ik natuurlijk een naam bedenken. Ik heb gekozen voor pingel, omdat ik piano speel. De naam was echter niet meer beschikbaar, maar wel pingel-pingel. Wat nog beter uitkwam. Ik heb een tijdje de sjablonen bestudeerd en er een paar uitgeprobeerd. Over mijn uiteindelijke keus ben ik tevreden. Om de blog wat persoonlijker te maken heb ik er een afbeelding van een pingelende pianist bijgezet. Bij mijn profiel heb ik trots een foto van mijn nieuwste aanwinst gezet.