zaterdag 24 april 2010

Ding 23: Evaluatie

De 23 dingen cursus vond ik plezierig om te doen. Het voelde meer als leuk spelen dan bezig zijn met een cursus. De opzet waarbij je de opdrachten online krijgt gaven mij de vrijheid om er aan te werken wanneer ik dat wilde. De reacties op de blogposten waren adequaat en stimulerend. Kortom ik heb alle lof voor de opzet van dit gebeuren.

De dingen die ik heb leren kennen en zal blijven gebruiken zijn: RSS (netvibes), Twitter, Delicious, Library Things, Google docs en het online luisteren van muziek met Last FM etc.

Door het gebruik van RSS en Twitter hou ik veel beter de vakliteratuur bij. Jammer eigenlijk dat Bibliotheek en Samenleving niet digitaal verschijnt.

Verrassend voor mij is vooral Twitter. Toen ik het nog niet kende leek het voor mij minder goed bruikbaar, maar nu kijk ik regelmatig op Tweetdeck. Het zorgt ervoor dat ik alle informatie snel binnenkrijg. Ik ben nog steeds geen actief gebruiker. Maar wie weet wat de toekomst brengt.

Kortom 23 Dingen was voor mij een eyeopener.

zaterdag 17 april 2010

Ding 22: Bibliotheek 2.0 en de toekomst van bibliotheken


Allereerst heb ik het bibliothecaris 2.0 manifest van Kees Hamann en Laura Cohen ter harte genomen. Dit manifest wil een handreiking bieden voor de bibliotheek van de toekomst. Als catalogiseerder kan ik mij niet neerleggen bij de stelling (14) dat de catalogus maar door een zeer klein deel van de bevolking benut kan worden. Het lijkt mij dat het geen kwestie is van kunnen maar meer van interesse en noodzaak.
Door toepassing van geavanceerde zoekmogelijkheden (zoals bijv. pivot) en web 2.0 toepassingen (bijv. tagging en waarderingen) zou je een groter deel van de bevolking voor de catalogus kunnen interesseren. De catalogus wordt ook belangrijker omdat in toenemende mate de collectie van de bibliotheek zich niet tussen de vier muren van het gebouw bevindt. Met behulp van een snel ibl kunnen we een wijd aanbod (long tail) via de catalogus aanbieden. Een idee zou zijn samenwerking te zoeken met webwinkels zoals Bol.com. Deze hebben immers content nodig voor hun catalogus.

Verder heb ik de andere artikelen doorgekeken die 23 dingen geeft. Ze zijn gericht op het bewerkstelligen van verandering en het werken met 2.0 tools.
Ik denk dat veranderen onontkoombaar is, al was het alleen maar om de grote bezuinigingen en terugloop van de uitleningen het hoofd te kunnen bieden. Ik vind zelf dat de veranderingen nog te langzaam gaan, maar iedereen moet het kunnen bijhouden. Bovendien moet het statement van Michal Stephens ter harte worden genomen: De bibliothecaris koopt geen technologie omwille van de technologie. "Techno-aanbidding" is hier niet op zijn plaats. Zonder een stevige basis in de missie en doelstellingen van de instelling worden nieuwe technologieën niet uitgevoerd als het alleen maar gaat omwille van de frisheid en de status.

Maar de uitspraak van Rick Anderson moet ook goed in de gaten worden gehouden: Geen beroep kan overleven als het zijn fundamentele beginselen en waarden overboord werpt in antwoord op elke verschuiving in de tijdgeest. Het kan echter net zo rampzalig zijn als beroepsgroep zich niet aan te passen aan radicale, fundamentele verandering in de markt als die zich voordoet.

Ook heb ik de Agenda van de toekomst van de Vereniging van Openbare Bibliotheken er op nagelezen. Als kerndoelen worden aangemerkt: inspelen op veranderende behoeften, verbetering van aanbod en dienstverlening en verbetering van infrastructuur en beschikbaarheid.
Om de doelen te realiseren concentreren de bibliotheken zich vanuit de kerntaken (lezen, leren en informeren) op vier centrale thema's: mediawijsheid, collectie, digitale bibliotheek, lezen en leesbevordering.

Bij de digitale bibliotheek staan een gezamenlijke ict infrastructuur bovenaan met één gezamenlijke internetpresentatie. Dit vind ik belangrijk. Het publiek heeft geen behoefte meer aan al die verschillende websites van de bibliotheken, maar zoeken iets bepaalds. De plek waar het te halen is, is niet van belang. Het gaat om het verkrijgen van het materiaal. De catalogus moet dan verwijzen naar de dichtbijzijnde vestiging. Met bibliotheek.nl is al een goed begin gemaakt. Ook het internationale WorldCat moet hierbij genoemd worden. Eigenlijk zou bibliotheek.nl en WorldCat een automatisch startpunt moeten worden voor een zoekactie.

vrijdag 16 april 2010

Ding 21: Aquabrowser My Discoveries en andere sociale bibliotheekcatalogi


In de Amsterdamse catalogus heb ik My Discoveries bekeken. Hierin kun je lijstjes maken die ook bruikbaar zijn voor andere zoekers. Ook kun je boeken voorzien van je eigen tag (trefwoord) en kan de gebruiker een waardeoordeel toevoegen. Het ziet er mooi uit. De aquabrowser is mij al een tijdje bekend. Het is nu ook beschikbaar in de catalogus van onze bibliotheek. De woordenwolk met associaties werkt prettig indien je niet precies de juiste zoekterm weet.

De boeken die niet gevonden worden in de reguliere bibliotheekcatalogus kunnen gemakkelijk opgespoord worden met Worldcat. Je kunt in deze catalogus praktisch elke gezochte titel vinden. Leuk is dat je kunt zien hoeveel kilometer de bezittende bibliotheek verwijderd is van jouw adres. Ik ken Worldcat vooral van de productie kant. Dat wil zeggen dat ik via Pica, met de externe zoekgang, gebruik kan maken van titels die buiten Nederland gemaakt zijn. Hierdoor kon ik vrij snel de bladmuziek in Haarlem catalogiseren. Het blijft een wonderlijk gevoel dat je rechtstreeks een titel kunt ontlenen van een Amerikaanse bibliotheek.

vrijdag 9 april 2010

Ding 20: Muziek online beluisteren in een sociaal netwerk



Last FM heb ik bekeken en vooral beluisterd. Het grote voordeel is dat je veel nieuwe namen leert kennen. Meestal zocht ik op een willekeurige naam om vervolgens te genieten van allerlei andere zangers. Ook kun je stijlen aangeven, bijvoorbeeld blues, fado e.d. Het viel mij op dat er een oneindige hoeveelheid muziek te vinden is. Ook heb ik natuurlijk geëxperimenteerd met klassieke muziek. Ze gaan echt veel verder dan het z.g. ijzeren repertoire. Leuk zijn de groepen waar je lid van kunt worden. Zo is er bijvoorbeeld een groep Debussy, maar deze kent weer een afsplitsing in een andere Debussy groep die wat strikter in de leer is. Het lijken net Nederlandse protestanten.

Verder heb ik Grooveshark en Blib Fm beluisterd. Met Grooveshark kun je afspeellijsten van andere deelnemers beluisteren. Het grote voordeel van Grooveshark is dat het gratis is als je de advertentie op je scherm voor lief neemt. Van deze advertenties heb ik geen last, omdat ik toch mijn scherm uitzet. Ik heb mijn computer namelijk verbonden met de geluidsinstallatie. Een vervelend nadeel van Grooveshark is dat het door zijn te grote populariteit soms niet te bereiken is.

Blib FM lijkt op Twitter. Het leuke is dat je een vriend of vriendin muziek kunt aanraden.

Op het eerste gezicht lijken deze websites een bedreiging voor de cd uitleen van de bibliotheek, maar ze wakkeren wel de muziekinteresse aan. Je ontdekt veel onbekende namen. Veel mensen hebben voor hun twintigste veel belangstelling voor muziek en zijn geïnteresseerd in veschillende stromingen, maar op latere leeftijd blijven ze voor wat betreft hun muzieksmaak stilstaan. Misschien dat ze opnieuw belangstelling krijgen voor de cd collectie in de bibliotheek om ze te downloaden voor hun eigen collectie.

Ding 19:Sociale netwerken


Ik heb een aantal sociale websites met de accounts van 23 dingen uitgeprobeerd. Met Hyves kun je zelfs je schulden afrekenen. Dit is misschien nuttig voor de inning van boetegelden etc. Linkedln is vooral handig als je een baan zoekt. Sociabel lijkt mij overbodig. Ook als je ouder bent kun je je net zo goed aansluiten bij Facebook of Hyves. Op Facebook heb ik een account genomen, waar ik een aantal collega's aantrof van de stadsbibliotheek.

Ik ben nog niet zo ver dat ik al een actief gebruiker ben van Facebook. De reden is dat ik niemand van mijn kennissen en vrienden ken die op een sociale website actief is. Natuurlijk zou ik ze kunnen uitnodigen of nieuwe Facebook vrienden kunnen zoeken, maar ook voel ik nog steeds weinig behoefte mij in dit soort sociale gebeuren te mengen. Het kost veel tijd en het levert volgens mij weinig op aan echte contacten.

De bibliotheek kan Facebook en Hyves goed gebruiken om promotie te maken. Het biedt ook een podium voor reacties en opmerkingen op de bibliotheek. Eventueel zou het personeel op persoonlijke titel zich kunnen aanmelden om mensen aan zich te binden. Het is immers minder aantrekkelijk vriend te worden van een organisatie.