maandag 29 maart 2010

Ding 18: LibraryThing



Leuk filmpje van Wim de Bie op de 23 dingen blog. Het toonde meteen mijn vooroordeel aan van LibraryThing. Het leek mij namelijk onzin je eigen boekenkast op LibraryThing te zetten. Immers ik weet precies waar wat staat en welke boeken ik gelezen heb. In het kader van de cursus ben ik er toch aan begonnen. Ik ontdekte dat de meerwaarde zit in de aanbevelingen die je krijgt op grond van de titels die je hebt ingevoerd. Ook is het mogelijk wensen op te nemen. Nu hoor of zie ik regelmatig een titel die ik graag zou willen lezen, maar op het moment dat ik een goed boek zoek ben ik de titels al vergeten. Ik heb mij nu voorgenomen suggesties direct toe te voegen aan LibraryThing. Bovendien kun je ook de boeken er op zetten die je uit de bibliotheek gelezen hebt. Handig omdat ik nog al eens een titel vergeet van een gelezen boek.

LibraryThing kan goed gebruikt worden in de bibliotheek om de catalogus visueel aantrekkelijker te maken.

Op Dizzie heb ik ook nog een account genomen. Hier kon ik tot 1 april (mop?) geen titels invoeren.
De site van de NBD Mijn boekenplank beviel mij beter, maar deze wordt veranderd in boekensalon.

Ding 17: Web 2.0 site naar keuze


De lijsten op 23 dingen met websites heb ik bekeken. Een enkele website heb ik onderzocht op een mogelijk 2.0 gehalte, maar ik was hier niet zo tevreden mee. Opeens schoot mij de website De Zilveren Dolfijn in gedachte.
Het is een database, waarin je behalve heel veel striptitels ook websites, winkels etc. kunt vinden. De omslagen van de strips (voor- en achterkant) worden weergegeven. Dit doen ze bij elke druk, zodat je via de omslag en de achterkant kunt achterhalen welke editie je in handen hebt.
Deze website heeft een 2.0 karakter doordat bij elke titel commentaar gegeven kan worden. Ook is er een forum.

maandag 22 maart 2010

Ding 16: YouTube

Natuurlijk kende ik YouTube al jaren. Regelmatig zoek ik naar opnames van pianomuziek. Bijna elk stuk is te vinden. Je kunt ook nog verschillende uitvoeringen vergelijken van één stuk.

YouTube is ook handig als je bijvoorbeeld wilt leren tennissen.
Ik heb les van Louis Firet die een aantal instructieve filmpjes over tennissen op YouTube heeft gezet:


Na het nemen van een account op YouTube heb ik uitvoerig rondgekeken.
Zo ondekte ik de kanalen en de afspeellijsten. Ook het zoeken via de categorieën is praktisch.

Op de website van de bibliotheek kunnen filmpjes goed benut worden om bijvoorbeeld uit te leggen hoe je (beter) gebruik kunt maken van de catalogus of het vinden van informatie.

zaterdag 20 maart 2010

Ding 15: Podcasts



Dit is voor mij een nieuw ding. Natuurlijk heb ik wel eens van het woord gehoord, maar ik heb er nog nooit daadwerkelijk kennis mee gemaakt.

Van de Radiocast heb ik een aantal podcasts (Andermans veren, Bieslog en Zondagochtend concert) op mijn RSS pagina gezet. Het werkt allemaal goed. Ook heb ik gekeken bij Gespod. Van deze site heb ik de filmtrailers op mijn rss bestand gezet.

Verder heb ik de bibliotheken Waterweg en Dok onderzocht op hun podcasts.
Bij de Bibliotheek Waterweg is de geluidskwaliteit vaak minder goed. Ik vraag mij overigens af wie belangstelling zou kunnen hebben voor de podcasts van lezingen etc. in de bibliotheek.

Bij DOK zijn het voornamelijk vodcasts. Leuk speeltje dat wel, maar of het allemaal zo functioneel is vraag ik mij af.

maandag 15 maart 2010

Ding 14: Instant messaging



Ten opzichte van e-mail en de telefoon heeft chatten het voordeel dat je ziet of de ontvanger aanwezig is aan zijn computer, want het grote nadeel van e-mail is dat je soms lang op een tegenbericht kunt wachten. De aangegeven programma's heb ik bekeken, maar er niet mee gechat. In het verleden heb ik de chatbox gebruikt via skype. Zelf vind ik telefoneren te verkiezen boven chatten. Het scheelt veel typewerk. Chatten gebruik ik voornamelijk als telefoneren niet lukt. Dan grijp ik soms naar de mogelijkheid van chatten.

Voor de bibliotheek lijkt het mij lastig IM te gebruiken om inlichtingen te geven, aangezien de belofte vaak niet waargemaakt kan worden dat iemand standby aan de computer zit. De kans is groot dat de inlichtingenmedewerker toch niet beschikbaar is, omdat hij/zij een lener aan het helpen is. De bibliotheek zou dus verplicht zijn een aparte medewerker te belasten met chatten, wat op mij minder efficiënt overkomt. Telefoneren is veel directer. Iemand kan meteen zeggen dat er gewacht moet worden.

Ding 13: Online kantoortoepassingen


Van Google Docs maak ik al langer gebruik. Ik vind het vooral praktisch als ik ook nog op andere computers aan een document wil werken. Voor een projectgroep die met elkaar aan een document werkt is het ideaal. Vroeger moest alles per e-mail en op het laatst zag je door de bomen het bos niet meer en kostte het redigeren van het definitieve document veel tijd.

Ik heb ook nog even een kijkje genomen bij de concurrenten (Zoho en Microsoft Office live workspace) Zoho is ongeveer hetzelfde als Google docs. Microsoft Office live workspace heeft het nadeel dat je het programma eerst moet downloaden.

In de bibliotheek wordt Google Docs gebruikt voor klanten die Word of Excel op een publiekspc willen gebruiken.

zondag 7 maart 2010

Ding 12: Twitter


Met enthousiasme heb ik mij maar meteen in het twittergebeuren gestort. Na het nemen van een account bedacht ik dat ik toch iemand moest volgen. Dat werd dus Jan tweepuntnul. Tot mijn verrassing en eerlijk gezegd ook wel schrik gaf hij al na een paar minuten aan dat hij mij ook volgde. Hij raadde mij aan foursquare te gebruiken. Aanvankelijk kwam ik met deze site niet verder dan een plaatje van een prinsesje in tranen omdat het niet lukte. Nu zie ik dat het plotseling goed is. Ook heb ik tweetdeck gedownload, dat een handig overzicht geeft van de tweets.
Verder zag ik in een aantal filmpjes over museum Boerhaave dat twtteren goed gebruikt kan worden om een instelling naamsbekendheid te geven. Ook kun je met twitteren waardevolle contacten opbouwen.
Twitter is een ding om in de gaten te houden.

zaterdag 6 maart 2010

Ding 11: Wiki's


De grootste wiki (wikipedia) kende ik natuurlijk al. Ik maak er graag gebruik van, maar zelf heb ik er nog geen komma aan toegevoegd. Bij de wiki’s die ik bekeken heb zag ik dat als je bij geschiedenis of history kijkt de meeste wijzigingen afkomstig zijn van één persoon. Hoogstwaarschijnlijk is dat dan het personeelslid die uit hoofde van zijn/haar functie de wijzigingen in de artikelen aanbrengt. Bij de discussiepagina blijft het angstwekkend stil. Toch kan het heel goed werken voor lezers die informatie willen zien en in een voorkomend, zeer zeldzaam geval kunnen ze ook nog eens aangeven dat de informatie op bepaalde punten niet correct is en zelf een wijziging of een aanvulling voorstellen. Zelf vond ik de wiki van de bibliotheek Deventer zeer plezierig. Ze hadden bijvoorbeeld goede informatie over de gemeenteverkiezingen, maar wel alles aangeleverd door de bibliotheek. De Joseph county library wiki vond ik zeer rommelig. Met zoiets doe je je leners geen plezier. Samenvattend denk ik dat een wiki goed kan werken mits strak geredigeerd en verwacht niet te veel inbreng van je publiek.